Scheiden doet lijden. En schrijven.

Mensen met een chaotisch brein: wees gerust! Dit keer ligt het niet aan één of ander minder functionerend hersengebied, maar aan mezelf. De tekst is ongestructureerd. Chaotisch. Bestaande uit 2 stukken, die ik niet eerder durfde te publiceren. Omdat ik bang was. Bang om als labiel beschouwd te worden waarmee ik mijn beroepsgeloofwaardigheid in het gedrang zou brengen (FYI: ik functioneer best naar behoren, hoor 😉 ). Bang om nog meer afgewezen te worden.
Ik spreek nu, als Tamara. In al mijn kwetsbaarheid. In al mijn verwarring. In al mijn hatelijke liefde.

Dit gaat over het #yolo van de jaren ’90. Dit gaat over #ldvd.

“Accepteer van jezelf dat je rouwt op jouw manier”, schrijft ze.
Het is maandag 21 november 2016, 7u48 als ik deze woorden lees. Ik huil. Ik huil omdat ik afgelopen weekend geen blijf wist met al mijn verwarrende emoties. Omdat ik het niet kan accepteren, de manier waarop ik rouw. Maar vooral: omdat ik het niet kan accepteren dàt ik moet rouwen. Ik wil niet rouwen. Ik wil trouwen. Met hem. Gek, hoe amper één letter een wereld van verschil maakt.

Ik lees verder.

“Omarm de pijn”, schrijft ze.
Ik sta daar, met betraande ogen voor de spiegel. Een rood, bevlekt gezicht. Messy hair – dat fijn is op een zondagmiddag, maar net dat ietsje minder, vlak voor je moet gaan werken.
Ik sta daar, overgeleverd aan de pijn, het gemis, het verdriet, en op dat moment besef ik weer maar eens wat ik aan mijn cliënten vraag. “Omarm de pijn”. Het lijkt alsof ik een sadist ben. Mensen vragen om datgene wat hun zo gekwetst heeft dat ze (een stuk van) zichzelf kwijt geraakt zijn, toe te laten. “Voel je maar slecht, het komt je ten goede.” Het lijkt zo tegennatuurlijk. Dat is het niet, maar zo voelt het wél.
Ik sta daar, een gezicht getekend van verdriet, en voel me een oude vrouw. Geen jolige, 34-jarige hinde, maar een hoogbejaarde buffel. Log, zwaar, en met klitten in mijn haar (het rijmpje krijgt ge er gratis bij). “Omarm de pijn”, zeg ik hardop tegen mezelf in de spiegel. Mijn maag krimpt ineen. Tranen wellen voor de zoveelste keer op. Ik tril. Mijn lijf protesteert. Ik wil dit niet voelen.
En toch moet het. Ik moet door de rauwe pijn van het gemis. Fantoompijn, zo voelt het. Het is alsof iets geamputeerd is, dat nooit meer terugkomt, maar wat je wel nog voelt. Het is aanvaarden dat je met (of beter gezegd: zonder) een lichaamsdeel verder moet.

“Wees boos”, schrijft ze. “Gun jezelf om te kijken naar wat niet positief was”.
Ik lig daar, op de zetel. Mijn kussens zijn mijn geïmproviseerde boksbal. Ik klop, en klop…terwijl ik dezelfde irritante kreten uitsla zoals Kim Clijsters bij elke (op)slag. Uitgeput stop ik. Het helpt geen hol(e).
‘Blokkeren’. Eén muisklik. Voor mezelf voelt het als het doorknippen van een navelstreng – als ik al zou weten hoe dat zou voelen. Ademnood. Spijt, na seconde één. Ik wil het ongedaan maken. Ik ben hem kwijt, voorgoed. Van mijn vriendinnen krijg ik per sms en in live- versie hele lofgezangen, en zelfs een vreugdedansje. Zij zijn boos. Zij spreken hardop uit wat ik in stilte verzwijg – omdat ik hem niet kwijt wil. Ze doen verwoede pogingen om tot me door te dringen. Ze smeken me om boos te zijn op hem, woedend! In gedachten smeek ook ik…hém, om ons niet op te geven – maar dat verzwijg ik, in diezelfde bovenstaande stilte – . Sommigen willen me letterlijk door elkaar schudden, voel ik. Maar hun hand haalt enkel uit naar mijn schouder, waar ze hem te rusten leggen, en zeggen: “wees boos, het mag”.
Ik lig daar, op de zetel. De letters in de sms’jes vertroebelen door het beeld van mezelf in zijn armen. En ik huil. Uit boosheid deze keer. Omdat het beeld van zonet op mijn netvlies net zo nep bleek te zijn als het haar van Helmut Lotti. Ik huil omdat ik boos ben op mezelf. Omdat ik mijn gevoel niet kon vertrouwen. Omdat ik hield van iemand die hij niet was. Een fantoom. Boos zijn is in dit geval ook ‘fantoompijn’. Ik klop. En kreun (hopelijk niet zo hard als de bovenbuurvrouw tijdens de seks). En klop. Het helpt nog steeds geen hol. Ik sta dan maar op, en grijp naar twee mannen die me nooit in de steek zullen laten: Ben & Jerry. Alsof ik bij elke hap de spanning voel afnemen. Mijn zoete zonde. Dit is een boost van ‘vrolijke stofjes’ – en helaas ook een boost van calorieën, maar dat leidt ons te ver van de kwestie.

“Laat je tranen maar toe”, hoor ik mezelf later op de dag tegen de cliënte zeggen. Ze kijkt me aan. Ze wilt niet. Ze durft niet. Op dat moment moet ik de behoefte onderdrukken om ‘I feel you’ te zeggen. Er zijn professionelere interventies, uiteraard. “Wat houdt je tegen om boos te zijn?”, vraag ik aan een ander. “Er is niks mis mee.”
Een paar uur later kan ik perfect, vanuit mijn ‘veilige, professionele stoel’, het allerbeste van mezelf geven. Ik kan het allerbeste uit hun halen, want het zijn mensen met capaciteiten die vaak de kennis wel in zich dragen. Ik bevestig positief hun inzicht dat vluchten in alcohol, drugs, kopen, porno, eten,… niks oplost. Integendeel.
Ik denk aan B&J die in de vriezer op me zitten te wachten voor vanavond. Ik voel me schijnheilig.

“Kick some ass”, schreef ze. Ik herlees de laatste woorden van de mail en ga naar de badkamer.
“Laat je tranen en je boosheid maar toe, omarm je pijn”, zeg ik tegen mezelf in de spiegel. En ik huil. Mijn gezicht is rood bevlekt. Mijn haren zijn messy. En het is OK, ook al voelt het niet zo.

Een dag na bovenstaand schrijfsel deblokkeer ik hem, omdat ikzelf geblokkeerd raakte bij de gedachte hem nooit meer in mijn leven te hebben. Hij belt me een dag later boos op. Na het wegebben van de eerste, intense pijn die mijn vingers verlamde, mijn woorden ontnam en aan zijn eis van ‘monddood wezen’ voldeed, vond ik weer moed. Om te schrijven. Om het niet binnen te houden en weg te drukken.
Vandaag, 29 november, 11u08, schrijf ik dit:

Hij zal dit nooit lezen, mijn ex. Hij heeft me gewist. Letterlijk. Onze foto’s samen zullen vervagen tot herinneringen die hij misschien zelfs niet eens zal koesteren. Het doet verdomd veel pijn. Meer dan twee jaar lang was hij mijn leven. Dat leven is dood. Letterlijk. Het stierf een gruwelijke dood, na een slepende ziekte. Letterlijk.

Hij zal dat jobsgewijs wel vlotjes kunnen hanteren, dat ‘verlies’. Emotieloos. De verplichte “dank je voor alles wat je voor me was”-speech, mogelijks op dezelfde toon als “voor mij 10 schellekes saucis”. Het is nodig om zijn job te kunnen blijven uitvoeren. Hij is géén koele kikker (en na het kussen bleek hij helaas ook niet mijn prins te zijn ;-)).

Ik zou dat jobsgewijs ook moeten kunnen hanteren, hetgeen prima gaat van op een afstand (vergis u niet: mijn empathisch vermogen reikt wel wat verder dan het gevoel dat ik heb als ik 200 gram jonge Hollandse kaas bestel). Maar ik kan het niet. Niet nu. Niet nadat ik mijn Grote Liefde verloor. De Hugo van mijn Nicole. De Garry van Hagger. De kers op mijn taart. Ik ga door de rauwe rouw. Ik verdwaal in het lege, onbestemde gevoel dat mijn leven momenteel heeft. Ik zoek naar een betekenisvolle ‘zin’. Maar momenteel zijn er alleen vraagwoorden zonder bevredigend antwoord. Waarom? Wat? Hoe?

Ik moet aanvaarden dat de dood onomkeerbaar is. Hij besliste om de machines stop te zetten, en samen bliezen we onze laatste adem uit – terwijl ik nog al mijn zuurstof wou geven, in Anderlecht-paarse flessen omdat hij dat graag zag. Rationeel weet ik dat het goed is dat de strijd gestreden is. Het was een ongelijke strijd. Ik heb nu rust in mijn hoofd. Ik moet niet meer vechten tegen de bier-kaai. Maar mijn lijf ontploft van de onrust. Alsof ik moet afkicken van de morfine die hij voor mij was.
Het was geen sereen einde. Het was geen afscheid waarin we elkaars hand vasthielden en tegen elkaar fluisterden dat zelfs de dood ons niet kon scheiden. Het was scheiden, vóór de dood zijn intrede deed. Hij is boos omdat ik uit bezorgdheid handelde. Hij is geïrriteerd omdat ik nog één laatste medicijn wou uitproberen om hem te helpen. Het was fout, en ik voel me schuldig. Schuldig omdat ik zonder informed consent handelde. Omdat ik het beroepsgeheim van mijn ‘liefdeswerk’ geschonden heb.
Naast de rouw moet ik nu ook leven met het allesverterende schuldgevoel, en hij zal me niet meer vergeven, want ik ben ‘gewist’. Ons bidprentje ligt bij het oud papier. Zijn ‘allesje’ is gedegradeerd tot zijn ‘niksje’.

Hij zal dit nooit lezen, mijn ex. Gelukkig. Hij zou me gewoontegewijs weer ‘drama-queen’ noemen. Hij zal nooit beseffen dat ik het deed uit mijn liefde voor hem. En mocht hij het beseffen – hij zou het nooit toegeven (hij was nog koppiger dan ikzelf – EN IK BEN EEN SCHORPIOEN !).

Hij zal dit nooit lezen, mijn ex. Maar ik wil hem dit wel zeggen, zodat ik verder kan met leven, ook al voel ik me door het bruuske afscheid van hem dood vanbinnen.

Liefste,
sorry.

Advertentie

5 thoughts on “Scheiden doet lijden. En schrijven.

  1. Prachtig Tamara, ik ben iedere keer weer verbaasd hoe poëtisch en toch overduidelijk je alle gevoelens kan verwoorden op (virtueel) papier! Ik wou dat ik jouw talent en welbespraaktheid bezat! Dikke kus!

  2. Kippenvel kruipt over me nu, de pijn komt binnen…voelbaar aanwezig. Jij kan niemand redden, alleen jezelf en dat is wat jij nu mag doen. Je mag jezelf zo graag zien, jezelf alles geven wat jij nodig hebt tot je weer één kan zijn met jezelf. Je bent alleen en mag helen en dat kan niemand jou afnemen, jou alleen zijn, je sterken en je levensles die je zal meenemen naar een verder leven.
    Ooit zal deze levensles jou weer tegenkomen, maar je zal ze herkennen, je zal herinnerd worden aan de pijn, aan het verdriet aan datgene wat je eigenlijk niet wil in jouw leven. Deze pijn zal jou in staat stellen om ooit voor jezelf te kiezen en jezelf raak je nooit kwijt.
    Ik wens jou de innerlijke kracht, de weg naar jouw ziel want het pad dat je loopt is het jouwe, kijk goed rond wie je nog tegenkomt,
    welke stukjes van Tamara die je nog niet kent/herkent en ja…omarm ze en aanvaard dat ze bestaan en zich op dit moment laten gelden en gehoord willen worden.
    Liefs Iris ❤

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s