Merci, mannen! – Over datums en herinneringen (irritant!)

“Ongelooflijk wat gij allemaal onthoudt”, dixit mijn familie en sommige vrienden. “Wat een gave”. In mezelf wens ik dan soms dat ik een goudvis was. Of zwakbegaafd. Of dat ik misschien acute opstootjes zou hebben van alzheimer. Helaas heeft mijn genetische samenstelling in combinatie met mijn persoonlijkheid er voor gezorgd dat ik enigszins autistische trekjes vertoon. Niet dat ik alle uren van een trein onthoud, maar wel datums. Ik voel me Rain man, op mijn manier. Rain woman. Elke datum is gelinkt aan een man. Elke man is gelinkt aan een lied. Zie hier, mijn playlist. (mijn God, dat klinkt fout!) Hommage klinkt misschien beter… Homme-age. De mannen doorheen mijn leven.

Way back, in 1999, was er Grote Liefde nummer 1. Ik was (bijna?) bakvis-af, de puisten verdwenen stilaan – hoewel ik gespaard bleef van een maanlandschap met kraters – , en een ‘ijzerwinkel’ had ik gelukkig niet. I was 16, going on 17. Wanhopig verlangend om geliefd te worden, dromend van romantiek, zoals in Dawson’s Creek. Was ik maar zo knap als Joey Potter. Zucht

Hij was even oud. Donker haar, donkere ogen (net even gefacebooked). Half Italiaans. Met een brommer!! (I know, Wat. Een. Vangst.) Hij was geen Johnny (zeer belangrijk criterium in die tijd). Zijn boxershort van The Simpsons (of was het nu South Park) stak stylish boven zijn brede broek uit. Na zijn overlijden verdient hij postuum een award voor niet struikelen met een tent met een rits in. Jani krijgt mogelijks een hartverzakking van de kledingstijl(misschien dat de geruite hemdjes wat verlichting bieden) maar voor mij was dit zonder twijfel *HUNK-ALARM*.

16 mei zal ik altijd aan hem denken (en misschien ook een beetje aan de gouden tijden van KRC Genk toen ze de beker wonnen. Of speelden ze kampioen? *te lui om te googlen*) Ik ging die dag in ‘99, als échte meeloper (#bekentenis, want ik ken geen ‘bal’ van die sport), gewapend met blauw-witte sjaal (#‘ik-hoor-erbij’), gekleed in een trui van de Large (#Hipster ) vieren in Café Met Melk Gewoon ‘Melk’ voor de vrienden. De eerste kus op het muurke van de kerk van Genk (toen nog geen ‘shtad’, geloof ik), en het was (samen met ettelijke glazen bier) beklonken.

Mijn Italiaan, hij die in een pizzeria schaamteloos friet biefstuk bestelde (tijdens een verrassingsetentje voor mijn verjaardag – inclusief 1 rode roos #smelt), hij met wie ik ging ‘wandelen’ aan de Molenvijvers (*wink wink* #onsmoederleestmee), hij, mijn (Pukkelpop-)partner.

Elk jaar opnieuw draai ik May 16 van Lagwagon. (Toevallig weet ik dat het dit jaar op een dinsdag valt. Graag gedaan, trouwens.) Het heeft lang geduurd, omdat de breuk zoveel pijn deed, maar nu denk ik met een glimlach – en met weemoed naar mijn rimpelloze gelaat en onderarmen die nog geen eigen leven leidden als ik zwaaide – terug aan de jongen met wie ik dacht oud te zullen worden en van wie ik rosse kinderen zou baren (blond + zwart = ros – toegegeven, dat was efkes schrikken). Ik denk aan de eerste keer dat ik, na een dagje Maastricht, bij zijn ouders ging eten en biefstuk-saus op mijn (even brede) broek knoeide. Ik denk aan hoe hij, met sigaret in de mond, stond te poolen en zijn blik naar mij maakte me week in de knieën (Het had iets James Dean-achtig). Ik denk aan zijn passie voor horrorfilms en punkrock, aan zijn oprechte verbazing dat ik naar Liquido ging kijken op Pukkelpop terwijl er zo een vette punkrockband was aan de skate-stage kwam (achteraf gezien had hij mogelijks gelijk, ‘Narcotic’ heeft nog nooit zo vals geklonken als die middag op de wei). Ik denk elk jaar aan zijn verjaardag – zonder facebookreminder. Ik denk aan kerstdag 1999. Ik weet nog precies wat ik aan had. En wat ik toen ook uit deed :-D. Ik denk aan hoe we samen het nieuwe millenium ingingen. Ik denk aan de mooie momenten, en aan de stressvolle dagen. Zoals die ene dag, begin 2000. Het was zaterdag 5 februari. In paniek belden we met elkaar (nog met de thuistelefoon, want een gsm hadden we nog niet – dus hopen dat moeder of vader P. niet zou opnemen)Of ik toch niet beter de morning-after pil zou gaan halen. Hij stelde me gerust maar kwam me meteen halen – het was koud, en in alle haast had hij zijn handschoenen vergeten – (ideaal excuus om handjes vast te houden!)We reden met zijn brommer (was het nu eigenlijk een camino? )naar Hoevenzavel, waar de Griekse dokter van wacht, met zijn belerende vinder toch wel duidelijk maakte ‘dat we in het vervolg toch voorzichtiger moesten zijn’. 1000 Bfr armer kwamen we buiten. Hij zou me de helft teruggeven als hij zakgeld kreeg.

Bedankt, A., voor de vies affe tijden, in en rond de shopping, in Melk, Ginsert, Camargue (lidwoorden zijn zo overrated!). Bedankt om lief te zijn, toen. Mijn lief. En vooral: bedankt voor Lagwagon.

P.S.: Uw vrouw is blond; dus ge beseft toch dat de kans op rosse kinderen even groot is 😉 ?

P.S.2: Ge moet me nog 500 Bfr. 🙂 Maar dat is voor de naft van toen!

Grote Liefde, part 2.

Op de één of andere manier heb ik ook hier een ezelsbruggetje voor om de datum van onze Liefde te vieren. (Ik moest het maar eens vergeten.) Een Boeing 747. Op zaterdag 7 april 2007 viel ik als een blok voor hem, en tegelijkertijd vloog ik zo hoog. Twee extremen sluiten elkaar niet uit – het was tekenend voor onze relatie. Ik weet nog wat ik droeg, die dag (gelukkig was er van Jani toen nog geen sprake, t.i.). Het was na die eerste kus, tijdens de film Music & Lyric,s dat mijn hoofd durfde toegeven aan wat mijn hart al lang wist. “‘Pop’ did my heart” (vette schijf, overigens. Zeer eighties! #hartjes). Toen ik zijn modus operandi nadien hoorde hadden we die kus beter uitgesteld (lees: hij wou me meenemen naar Hofstade Plage voor een wandeling –- hashtag Romantisch.)

G. is de man die letterlijk in mijn lijf gebrand staat. Een domme blonde actie van mijn kant toen mijn rechterbeen besloot de hete uitlaat van zijn moto te aaien. Zoals ik mijn vel verloor toen het bleef plakken aan uit de uitlaat, zo verloor ik ook mijn hart toen ik aan hem bleef plakken. Naast hem, zal ik ook het mistroostige interieur en de geur van het brandwondencentrum in Neder-over-Heembeek nooit vergeten – dit ter zijde.

Hij was de man die me een plastieken roos gaf en beloofde pas te stoppen met van me te houden als de roos verwelkt was (ja, ge moogt jaloers zijn!). Hij was de man die zijn auto plots langs de weg parkeerde en naar een wei liep om er een bloem te plukken (volgens mij een klaproos) om zijn liefde te tonen. Hij was de man met wie ik los ging op ‘Louise’ van Clouseau – en wiens moto we dan ook met die naam gedoopt hebben. Tof spel, die chopper. Hij was de man die me niet durfde te kussen, eerder dat jaar, in maart, tijdens Nothing Compares 2 U van ons aller-labiele Sinead, terwijl de spanning er wel hing (zelfs nu nog krijg ik rillingen bij het terugdenken aan…).

Hij was de man die in zijn pen kroop om zijn liefde te beschrijven, maar niet verder kwam dan hoe krap het was in de pen waar hij was ingekropen (geef toe: hilarisch!). De man die me uitnodigde voor Valentijn door een kaartje met Cupido te sturen die zichzelf te pletter vloog. De man die zo hard kon lachen met de domste moppen – en daarmee perfect op mijn niveau zat (‘Het is wit en staat in de hoek’ blijft één van mijn favorieten).

Hij was de man die me leerde dat ‘deu de deu deu’ effectief iets betekende. (Vertaling op vraag verkrijgbaar.)

Een jaar later stopte het sprookje, en reed hij weg, op zijn moto, voor altijd een afdruk nalatend in mijn hart (en mijn rechterbeen.) Herinneringen aan G. zijn herinneringen aan een man van wie ik meer hield dan dat ik van mezelf hield. Een man die me terug deed geloven in Liefde.Een stoere kerel (inclusief moto en leren frakske) met een heel klein hartje. #keiaantrekkelijk

G., merci kadei! Voor alles. Bedankt dat je me nu, met vertraging weliswaar 😉 (maar dat zijn we in Limburg -zonder lidwoord- gewend), de erkenning geeft waar ik zo naar verlangd heb. Ge waart een top lief! En net dat maakte het afscheid zo zwaar. Keep on rocking and take care – je weet wel waarom. Elk jaar, op 7 april, draai ik My Chemical Romace. Als hommage aan jou en aan ons.

Nummer 3: P. .

De man die al lang in mijn leven was, en de man die altijd in mijn leven zal blijven – hopelijk.

20 augustus 2010, de wei van Kiewit. Eerst een ‘kuske om te oefenen, niet voor echt’ (#zattetijden), tijdens ‘Chasing Cars’ van Snow Patrol wel voor echt.

P. was de rust in mijn chaos. De pleister op de wondes die eerdere liefdes geslagen had. Hij was de noodrem aan mijn rollercoaster, stabiel, warm, lief. P. was de veilige thuishaven na een reis op een woeste zee. Hij was de rots in de branding. In zijn armen wist ik: ik ben veilig.

P. maakte mijn grote droom mee waar:toen we op 11 juni 2011 uitstapten op JFK om een hap te nemen van the Big Apple. Hij gaf mij de zonvakantie waar ik zo nood aan had (sorry voor uw verbrande voeten op dag 1 waardoor uw vakantie naar de knoppen was). Hij deed me weer leven. Hij maakte CD’kes voor mij. Zijn huis is – zelfs nu nog – letterlijk een gevoel van thuiskomen, daar bij het retro behangpapier, het grote ronde bed, de foute kamer en de prachtige, zelfgefabriceerde meubels.

Herinneringen aan P., zijn herinneringen aan avonden in bed met een pas ingeslagen voorraad nougat en chips uit de Colruyt. Het zijn herinneringen aan ons onvermogen om niet binnen te roken. Het zijn herinneringen aan lachen met Philippe Geubels (R.I.P. aan het overleden katje bij terugkomst – we hadden u echt niet gezien!), aan verbaasd zijn van Gili (29/10, de dag dat we de salon besteld hadden). Het zijn herinneringen aan samen bleiten bij ‘Komt een vrouw bij de dokter’ en onze eigen versie maken van de soundtrack van de film. Het is in duo een musical-lied zingen van Dans Der Vampieren. Het is playbacken op hits van MENT-tv.

2,5 jaar later was ons liedje uitgezongen, maar nooit was hij echt uit mijn leven voor lange tijd.

P. was de man die van me hield zoals ik was. Onvoorwaardelijk. En die er vandaag nog steeds staat als ik hem nodig heb.

Elke 20ste augustus luister ik naar ‘Chasing Cars’ en ‘Love Over Healing’. De Final Countdown zal voor altijd gerelateerd zijn aan die week, eind december 1999, waar we elkaar voor het eerst zagen, en waar ge toen al de grote teddybeer waart.

Lieve P., merci! Voor de liefde die ge gaf, en voor wie ge nu nog zijt voor mij. Bedankt om van me te houden als ik dat even niet meer deed. Bedankt om er nog steeds te zijn, en te blijven – ondanks alles. En sorry – je weet wel waarvoor.

Nummer 4. Mijn laatste grote liefde.

Misschien ook wel de grootste – gezien de leeftijd, de keuzes die ik gemaakt heb en ons leven samen.

N. kwam in mijn leven op het moment dat ik besloot het klooster te gaan betreden. Ik zat in een ‘alle mannen zijn klootzakken’- fase, en de mannen die geen klootzak waren, die waren of homo, of bezet, of daar voelde ik niks voor. God zou me soelaas brengen, en met een paternoster kunt ge ook toffe dingen doen. Of zoiets.

We schrijven 15 maart 2014. Ik zou in mijn groen kleed van bijna €100 (slightly overdressed, zo bleek later – en ook: bedankt vader Johny om me te assisteren bij het dichtdoen van de jurk) met Grote Liefde nummer 2 als vrienden naar een feest gaan, nietsvermoedend dat nummer 4 niet enkel mijn jas zou aanpakken, maar ook mijn hart in ene keer meenam. Liefde op het eerste gezicht. Voor het eerst in mijn leven. Het bestond f**king echt! (Volgens mij was Einstein net zo opgetogen en verbaasd tegelijk toen hij zijn E=MC² ontdekte.)

Daar stond hij. De meest knappe en innemende man die ik ooit gezien had (sorry, nummer 1, 2 en 3 🙂 ). Een jongeman die me joviaal een glaasje cava aanbood. De eerste van (te?) vele.

20 maart zal voor altijd gerelateerd zijn aan een begrafenisondernemer die met een fles champagne aan mijn deur stond – helemaal van Leuven naar Lanaken. Ik voelde me zo vereerd, alsof hij de halve wereld had afgereisd voor mij. Soms heeft liefde geen woorden nodig, en de woorden die er vielen, waren de juiste. Het was in kannen en kruiken – of in kisten en urnes, zo u wenst. 20 maart zal ook de dag zijn van de kus op de Brooklyn Bridge en verdwalen in China Town in een heuse sneeuwbui in New York, een jaar later. En de dag dat we in een duf restaurant met grootkeuken zaten, nog een jaar later.

Herinneringen aan de ‘hebt ge mijn föhn gezien’ – ‘ja, hij ligt op uw tafel’, en toen ik ging kijken zag ik enkel mijn GSM (als in : ‘phone’) Ik denk lachend terug aan het broodje américaqin dat hij voor me bestelde, waarna men lustig een Amerikaanse hamburger ging bereiden. Kannibal is in regio Leuven kennelijk onbekend. Ik denk terug aan de 148 rode rozen op 20 september 2014, voor elke dag dat we samen waren. Aan de post-it met ‘als ik nu bij u ben voel ik me geantiputeerd (dat is Vlaams-Brabants voor ‘geamputeerd’). Aan de middagse belletjes waarin we altijd bespraken wat we wilden eten, en we een half uur discussieerden over wie nu het gerecht zou kiezen – om uiteindelijk af te leggen met ‘we zien wel straks’.

Ik denk aan het feit dat ik mijn ‘nat voer’-fobie heb overwonnen, na ettelijke braaksessies – die hij zo nodig wou filmen. Ik moet lachen bij de gedachte aan zijn imitatie van een vampier. Aan zijn flauwe, droge humor die soms meer weghad van pesten, en dat hij steevast beantwoorde met ‘Yeah, but you love me’. Ik denk met schaamrood op de wangen terug aan toen ik hem subriel vroeg of hij wist waar het maandverband stond, en hij ongegeneerd ‘meneer, waar staat hier het maandverband’ met luidere stem dan normaal aan de winkelbediende vroeg.

De herinneringen geven een onbestemd gevoel.

N., het is bijna 20 maart. Ik ga maandag naar ‘Happy’ luisteren, je weet wel – klaplong – , als eerbetoon aan onze liefde, die kort was, maar krachtig – zoals een klaplong mogelijks voelt… (irritant wel, zo’n vrolijk lied op een dag die helemaal niet vrolijk voelt :-)) Bedankt voor de liefde (een eer om naast u te mogen lopen), bedankt voor zalige momenten vol humor, bedankt dat ik op uw WC parallello-pipi-doen mocht. Bedankt… voor zoveel.

1 thoughts on “Merci, mannen! – Over datums en herinneringen (irritant!)

  1. 16 mei. Lagwagon day. En Genk nog eens kampioen. An herinnerde me aan de datum van 20 jaar geleden. Ik dacht aan deze post.
    En nu ik hier toch ben, wil ik nog graag de groetjes doen.
    Dikke kus, lieverik, hopelijk lukt het om van uw vakantie te genieten… en vele groetjes, uiteraard. 😘

Plaats een reactie