Voor mij, van mij. Een innerlijke dialoog tussen hoofd en hart.

Lief hart,

Ik bewonder u voor hoe gij liefhebt. Puur. Echt. Oprecht. Ik bewonder u voor hoe ge steeds vol liefde mensen benadert. Ik moet zachtjes glimlachen als ik er aan denk hoe ge mij denkbeeldig tackelt als ik mijn verontwaardiging uit als anderen u kwetsen. Hoe uw ogen dan lijken te verzachten en ge zegt: ‘soms weet men niet anders, kàn men niet anders en misschien dúrft men ook niet anders.’ Ik vind het zo schoon hoe ge onder gedrag kunt kijken naar de mens met al zijn kwetsbaarheden. Ge hebt zo veel liefde te geven. Ge ZIJT liefde.

Maar ik zie ook uw verdriet. Hoe de dofheid in uw ogen enkel glans krijgt door de tranen die ge huilt. Ik zie uw niet-begrijpen. Uw gemis dat ge zo moedig draagt, op uw manier. Ik hoor uw ‘het komt wel goed’, dat ge uzelf toespreekt, met een breekbaarheid die me raakt. Maar ik hoor ook uw daadkracht als ge zegt dat dat ge het zo weer zou overdoen, omdat ge niet weet hoe ge het anders zou moeten doen, dat ‘houden van’. Ik hoor dan een klein vleugje wanhoop in uw stem, omdat mijn bezorgde blik u raakt. Maar ook hier haalt ge mij (liefdevol) onderuit en ge citeert uit een lied van Borsato (2013):

de hemel werd mijn doel,

de sterren en de maan schoot ik voorbij ,

totaal op mijn gevoel,

ondanks hoog vliegen en diep vallen.’

Ik wil soms zo graag schreeuwen tegen u. U eens goed bij uw beide schouders vastnemen en u kordaat toespreken. “Ik heb het u gezegd eh, dat ge moet oppassen met uw hart open te stellen”, maar…

Ik voel hoe graag ge ziet. Ik ervaar hoe mooi het is om u te kennen en wat een verrijking ge zijt. Gewoon door de manier waarop gij ‘zijt’ en ‘voelt’. Ik bewonder hoe ge geen genoegen neemt met mijn visie en hoe ge blijft ijveren voor begrip. Begrip voor u en voor de ander. Uw weerstand tegen mijn stem geeft u kracht. Als ik zeg dat ik u graag wil snappen, hart, leest ge me dit voor:

“Ze zeggen dat rouw even diep is als de liefde was. Sommige dagen kom ik tot het inzicht dat ik geluk heb gehad omdat ik hem naast me heb gehad en op andere dagen stel ik vast dat wanneer ik hem niet naast me had gehad, het niet zo moeilijk zou zijn om hem te missen. Elke dag moet ik beslissen of ik dankbaar ben of eenzaam (…). “    ~ Ish Ait Hamou (2019), Het moois dat we delen (p.151)

Ik zie u. Ik hoor u. Ik voel u. In al uw puurheid. Ik ben dankbaar voor u. En als ge eenzaam zijt, dan ben ik er ook. In al mijn hevigheid. Om u te zeggen dat ge dit niet verdient, wetende dat ge mij ook dan weer meteen onderuit haalt met uw liefde en begrip voor de ander… Gij schoon, schoon mens.

Liefs,

Uw ratio.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s